Protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen (4-6 jaar)
Het protocol
Het protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen laat logopedisten toe om op een onderbouwde manier een taalontwikkelingsstoornis te onderscheiden van een blootstellingsachterstand. Naast het stellen van een juiste onderkennende diagnose bij meertalige kinderen, biedt het protocol handvaten voor een ruimere handelingsgerichte aanpak. Via tips voor uitgebreider onderzoek en advies voor ouders en leerkrachten kunnen logopedisten de juiste verdere stappen ondernemen.
Wat is de doelgroep?
Het protocol richt zich op meertalige kinderen van 4 tot 6 jaar oud met taalproblemen in minstens één van hun talen. Om alle taken te kunnen afleggen, moeten zij minstens één jaar Nederlandstalig onderwijs gevolgd hebben.
Waaruit bestaat het protocol?
Je neemt drie instrumenten af bij het kind:
- ALDeQ-NL (Leysen et al., 2020): totaalscore
- CELF Preschool-2-NL (de Jong, 2012): kernscore na gestandaardiseerde afname
- MAIN (Gagarina et al., 2012): begripsvragen bij naverteltaak 'Hond' in het Nederlands
Afname van de drie instrumenten duurt ongeveer 45 minuten.
Aan de hand van een beslissingsschema met afkapwaarden per taak, stel je de juiste onderkennende diagnose (taalontwikkelingsstoornis of blootstellingsachterstand).
Afhankelijk van het resultaat geeft het protocol je gerichte adviezen voor verdere stappen.
Download het protocol voor taaldiagnostiek bij meertalige kinderen hier gratis.
Heb je interesse om mee te werken aan de uitbreiding van het protocol?
Surf naar deze link en laat je gegevens achter.
Heb je vragen of opmerkingen?
Neem contact op met info@taalbrug.be.
Mostaert, C., & Leysen, H. (2022). Taaldiagnostiek bij meertalige kinderen (4-6 jaar). Protocol voor logopedisten. Antwerpen: Thomas More.